Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [84]De blaasbalg is verbrand, het lood is van het vuur verteerd; te vergeefs heeft [de smelter] zo [85]vlijtiglijk gesmolten, dewijl de bozen niet [86]afgetrokken zijn. 84. De zin dezer woorden is dat al de arbeid, dien de goede profeten hebben aangewend om dit volk van het schuim der zonden te zuiveren, vergeefs geweest is. De gelijkenis is genomen van het reinigen der metalen. 85. Hebreeuws, gesmolten, smeltende, om te louteren. Anders: tevergeefs heeft de smelter gesmolten. 86. Dat is, van het schuim hunner boosheid niet hebben kunnen afgescheiden worde. Anders: de boosheden, boze dingen; dat is, al het kwaad; gelijk het Hebreeuwse woord [dat anders doorgaans de kwade betekent] ook genomen wordt Ps.78:49; vergelijk onder hfdst.15 vs.19, waar dezelfde gelijkenis gebruikt wordt, doch bij andere gelegenheid. Het zijn twee onderscheidene zaken, de bozen te zuiveren van hunne boosheid en de vromen te onderscheiden van de bozen.